marijenvincent.reismee.nl

Last but not least: Laos en Vietnam

Dag lief thuisfront,

We zijn er bijna! Op de valreep (vanuit hoog in de Chinese lucht) nog een laatste blog met wat indrukken van de afgelopen zes weken in Laos en Vietnam. Wat een heerlijke landen om onze reis mee af te sluiten. De foto's hebben jullie al kunnen zien.

Laos

  • Wat een lieve, luie mensen! Niemand die je iets probeert te verkopen, taxichauffeurs die je wakker moet schudden om te proberen ze te overtuigen om je ergens naartoe te brengen, kantoren die te vroeg sluiten, geen serveerster die je bestelling onthoudt, mensen die overal dutjes liggen te doen en een algehele afwezigheid van stress of drukte.
  • De hoofdstad Vientiane is een groot dorp waarom mensen om uiterlijk 22.00u op bed liggen, voor die tijd kun je los op de nationale bowlingbaan waar (gelukkig voor Vincent) de kegels van ellende soms al vanzelf naar beneden komen vallen.
  • In Vang Vieng kon je voor 2 euro een fles lokale whiskey kopen en gaan tuben (in een rubber band met de rivier mee en onderweg buckets alcohol halen bij de barretjes aan de kant). Hierbij komt er elk jaar wel een einde aan het leven van minstens een toerist. Wij waren bang dat onze senioriteit aanleiding zou zijn om ons dit backpackersfestijn te weigeren en zijn in plaats daarvan maar gaan klimmen.
  • Luang Prabang is een relaxed luierstadje. Mooi, sfeervol en gezellig, maar niet echt authentiek en vooral ingericht om Westerse toeristen te pamperen.
  • Buiten die drie steden zie je het ontwikkelingsland Laos. De kindjes lopen in hun blote kont en het zijn vooral houten huisjes op palen die langs de kant van de weg staan. Toch hebben we geen enkele keer het gevoel gehad dat we met armoede te maken hadden. Waarschijnlijk komt dat door de gemoedelijkheid van de bevolking en de hoeveelheid sticky rice die we hebben gezien in de handjes van die blote kindjes, maar het kan ook zijn dat twee weken te kort is om een goed beeld te krijgen van wat zich binnen in die houten huisjes afspeelt.
  • Laos is tussen 1964 en 1973 onophoudelijk gebombardeerd door de Amerikanen ivm de Vietnam oorlog en het saboteren van de Ho Chi Minh route. De nasleep is groot doordat veel materiaal niet ontplofte en (nog) niet is opgeruimd met als gevolg dat er nu nog steeds regelmatig doden en gewonden vallen. Wij hadden geen flauw idee van deze ‘Secret War' voordat we naar Laos kwamen, maar zijn inmiddels goed geinformeerd/geindoctrineerd door de Pathet Lao (de communistische partij van Laos).
  • Misschien wel de mooiste landschappen van onze hele reis. Idyllische natuur met groene bergen en heuvels, die achter nog groenere rijstvelden opdoemen en nooit gaan vervelen tijdens de lange busreizen op eindeloze slingerwegen. Snelwegen zijn er niet te bekennen en de (enige) doorgaande wegen zijn regelmatig geblokkeerd door landslides. De buschauffeur heeft een kussen klaarliggen voor dat soort vertragingen.
  • We hebben gefietst (en alle versnellingen nodig gehad!), geklommen, trekkings door watervallen gedaan, grotten bezocht, bootje gevaren op de Mekong, beer Lao gedronken en sticky rice gegeten.
  • Het regenseizoen heeft de pret maar heel af en toe een klein beetje bedorven. De eerste dag in Laos regende het non-stop en we stonden op het punt om ergens anders naartoe te vliegen, toen de zon weer doorbrak en het allemaal wel mee bleek te vallen.

Vietnam

  • Wat een energieke mensen! Het was wel even schrikken in de bus van Laos naar Vietnam, op de te krappe stoeltjes en tussen de tetterende Vietnamese vrouwen en bergen met pakketjes die onderweg overal en nergens werden afgeleverd en opgehaald. Maar in de weken die volgden, leerden we de Vietnamezen kennen als hartelijke, gastvrije, nieuwsgierige (maar niet opdringerige), ondernemende en praktische mensen met een goed gevoel voor humor.
  • Hangmatten, overal hangmatten. Sommige mensen hebben een winkeltje om hun hangmat heen gebouwd. En tussen de hangmatten staan overal terrasjes met plastic mini-tafeltjes en -stoeltjes waar de Vietnamezen bordspellen spelen en thee, koffie of bier drinken (niet afhankelijk van het tijdstip van de dag) en een sandwich eten afkomstig van het stalletje aan de overkant van de straat.
  • Het Vietnamees is een onbegrijpelijke taal. Hoe we ook probeerden, we spraken woorden blijkbaar altijd verkeerd uit. Met als gevolg dat we altijd maar moesten zien wat we te eten zouden krijgen. We hebben nog nooit zoveel vlees gegeten als in de afgelopen 4 weken.
  • Scooters en propaganda. Vietnam zit er vol mee. Afbeeldingen van hamers en sikkels en Ho Chi Minh hangen overal aan de kant van de weg en zeker in de steden stikt het van de scooters. En iedereen heeft een helm op! Weliswaar een nutteloos dingetje in de vorm van een petje dat vooral een mode-artikel lijkt te zijn, maar toch. Onderweg zijn we best geschrokken van de hoeveelheid (ernstige) ongelukken die we hebben gezien.
  • Hue en HoiAn zijn mooie historische en pittoreske stadjes, maar deze arme plaatsjes hebben van ons helaas niet de waardering en aandacht gekregen die ze verdienden. Want oh, wat zijn we klaar met stadjes bezoeken en tempels bekijken. En toch deden we het elke keer weer, want ja, we waren er toch. En elke keer weer namen we ons voor om dat vooral nooit meer te doen. Nee, dan maar cultuurbarbaar, geef ons maar een roadtrip.
  • Hoe duurder, hoe minder interessant. Dat is de vuistregel die we ontdekten toen we ons verveelden op een cruise en genoten van een lekke band. Met eigen vervoer (bij voorkeur een scooter zonder toeter maar met knallende uitlaat of een fiets met een gruwelijk pijnlijk zadel) en klein rugzakje de hort op is ideaal. Je bent zo vrij als een vogel en je maakt vanalles mee.
  • De Mekong delta in het zuiden is zowat nog platter dan Nederland. De hoeveelheid versnellingen op onze fiets was zwaar overdreven en we zoefden door het waterlandschap van rijstvelden afgewisseld met dichte bossen met bananen- en palmbomen waartussen allemaal huisjes verstopt zaten. En iedereen maar ‘Hello!!!!!!!' schreeuwen en naar ons zwaaien.
  • Ook in Vietnam hebben we communistische geschiedenisles gehad. Gisteren nog kropen we door supersmalle tunneltjes die gebruikt werden door de Vietnamezen en Vincent heeft zich uitgeleefd met een M16 (geen gewonden). Wat maakt dat ding een herrie! Verder hebben we geleerd dat Kennedy door de CIA is vermoord en dat een Vietnamese soldaat ook wel een American-Killing Hero wordt genoemd. Maar ook zonder propaganda zijn de gevolgen van de oorlog en Agent Orange (chemische troep) niet te bagatelliseren.

Algemeen
Acht maanden lang is elke dag anders geweest. Elke dag hebben we nieuwe mensen ontmoet en allerlei dingen beleefd. (Marij kan er maar niet over uit hoeveel plekken er wel niet bestaan:)). We zullen vooral de onverwachte gebeurtenissen missen. De spontane uitnodigingen, de hulp bij een lekke band (met fiets en al achterop de scooter), de dikke hagedis in je toilettas, meezingen bij een uitbundig drankfestijn (al die karaoke-tenten hier werpen hun vruchten af), afgezet worden door een taxichauffeur (als in opgelicht) en met behulp van zes locals tot een compromis komen (waarna ze je op de bus zetten), de zwaaiende kindjes aan de kant van de weg, een enthousiast vrouwtje (in een typisch bontgekleurd pyjamapakje dat hier blijkbaar mode is) dat je brommer schoonspuit, tafeltennissen tussen de locals, een optreden van de lokale Andre Hazes en Lady Gaga (die je graag willen toevoegen op Facebook) en dat ene flesje benzine in de middle of nowhere om het volgende dorp te kunnen halen (en o wee als je wilt betalen). Ja, die ongeplande pret gaan we missen. Maar erg sentimenteel zijn we niet. Want we hebben heel veel zin om weer naar Nederland te komen, iedereen weer te zien en lekker aan de slag te gaan. We hebben bovendien helemaal niet het gevoel dat dit een once-in-a-lifetime-ervaring hoeft te zijn. Het thuisfront heeft ook niet stil gezeten want inmiddels zijn Sebastiaan, Lot, Ayla, Suze, Olaf, Sven en Sofia geboren en we kijken er al erg naar uit om kennis te maken:).

Tot zover onze verslaggeving. Inmiddels zitten we in China en pakken zo het vliegtuig naar Amsterdam (Marij wil een koelkastmagneet van China kopen, maar Vincent vindt dat een transfer niet meetelt) .

Bedankt dat jullie met ons meegeleefd hebben en ons zo trouw hebben gevolgd!

Tot morgen!
Heel veel liefs,
Vincent en Marij

Singapore: 12 dagen weelde

Lieve allemaal,

In Singapore zijn we ontzettend gastvrij ontvangen door Damian (oud-collega van Vincent), zijn vrouw Sue en hun superleuke kids Joe en Ella. Ze hadden een kamer over in hun appartement die wij zo lang mochten gebruiken, zelfs toen ze een paar dagen later zelf op vakantie gingen. Onze geplande 4 dagen Singapore in het goedkoopste hotel in een hoerenbuurt, werden dus 12 dagen baden in weelde, inclusief zwembad, gym en maid.

Damian en Sue namen ons mee op hun zaterdagavond-stapavond en zo stonden we ineens in onze elegantst mogelijke kleren (maar nog met geschaafde knieen van het surfen op Bali) vanaf een chique dakbar op de 65ste verdieping neer te kijken op heel de stad en het vuurwerk van de generale repetitie van Singapores 47ste verjaardag. De Chardonnay in onze hand maakte het geheel af. Het sprookje liep alleen voortijdig af toen we moesten evacueren vanwege de gigantische plensbui die volgde. Gelukkig waren de kroegen in Clarke Quay en Boat Quay allemaal overdekt. We hebben onze ogen uitgekeken (is dit nou fancy, chic of ronduit kitsch?), maar vooral een erg leuke avond gehad.

De stadstaat Singapore is een eilandje in Azie, in meer dan alleen het geografische opzicht. Het is klein, modern, Westers, duur en schoon, eigenlijk in alle opzichten het tegenovergestelde van India, waar we de reis begonnen zijn. In elke bus of metro hangt wel een betuttelend rijmpje, geschreven door een kind of 65+ er, waarin goed gedrag wordt opgehemeld. Mocht je door zoveel positiviteit nog niet overtuigd zijn om je te gedragen, dan helpen de boetes voor slecht gedrag misschien. Iets eten op een metrostation kost je zo 300 euro. De straffen beperken zich niet tot hoge boetes, ook stokslagen en de doodstraf komen nog steeds voor. Al zul je dan wel iets meer op je kerfstok moeten hebben dan eten op een metrostation, zoals een joint roken bijvoorbeeld. Hoe dan ook, het lijkt te werken want Singapore ziet er smetteloos uit en als toerist merk je toch niks van de censuur of het gebrek aan democratie.

We hadden onze eigen gids in de persoon van Jane Mee, een goede vriendin en kamergenootje van Marijs internationale school. Tijdens het bijkletsen (hoe klets je even de afgelopen 10 jaar bij?), heeft ze ons de verschillende gezichten van Singapore laten zien. De samenleving lijkt opgesplitst in verschillende groepen (vooral Chinezen, Maleisiers en (Zuid-)Indiers) die naast elkaar leven en hun eigen rol in de maatschappij vervullen. De mannen uit Bangladesh zijn zonder uitzondering goedkope arbeidskrachten die doordeweeks aan Singapore bouwen en in het weekend de buurt Little India (en echt een mini-India is in het verder smetteloze Singapore) op stelten zetten. De jonge dienstmeisjes die je alleen ziet als ze boodschappen doen of de hond uitlaten, komen uit Indonesie en de Filipijnen en sparen om thuis te kunnen trouwen . Ze verdienen niet veel, maar maken geen kosten omdat ze inwonen en weinig vrije tijd hebben. We zagen een vrouw met een ontzettend chagrijnig gezicht de hond uitlaten en hadden het met haar te doen, want het was zondag en de maid was er niet. De Chinezen bevolken de enorme foodcourts in Chinatown of branden stokjes voor Boeddha (en voor de zekerheid ook maar voor de Hindoetempel ernaast). De Maleisiers waren te vinden rondom Kampung Glam en Geyland Rd, waar hele gezinnen met tafels vol eten en drinken voor zich zaten te wachten totdat ze om 19.20u het vasten mochten doorbreken. 'Nog maar 13 dagen te gaan', vertelde een vriendelijke meneer ons terwijl hij op zijn eten aanviel.

Shoppen en eten is het enige waar de Singaporezen zich in hun (schaarse)vrije tijd mee bezig lijken te houden. Als ze tenminste niet aan het snelwandelen zijn. Dat is gewoon slenteren, maar dan met een sportoutfit aan en met je armen hoog op en neer bewegen. We begrepen al snel waarom ze er niet een tandje bij deden toen we zelf ook ons sportiefste beentje voor zetten. Ook als je je niet beweegt, zweet je je kapot.

We sloten onze tijd in Singapore af met een Singapore Sling in de Long Bar van het Raffles Hotel. We dachten dat het bij een drankje zou blijven (het drinkt een beetje ongemakkelijk als een drankje 20 euro kost), maar we werden geadopteerd door een gezellige Brit die op kosten van de zaak met zijn klanten zou gaan drinken, maar zonder klanten zat. Letterlijk hoogtepunt van die avond was een blik op het zwembad werpen op het dak van Marina Bay, een ‘integrated resort' (lees: hotel met casino) dat bestaat uit drie enorme gebouwen, overkoepeld door een elegant dak in de vorm van een schip (zie foto). Ook dit sprookje liep voortijdig af toen ons de toegang werd geweigerd omdat we zwaar underdressed waren met onze slippertjes.

Kortom, ultiem relaxen in Singapore. We hebben ook volop de kans gehad om te bedenken wat we willen met onze reis en wanneer we naar huis willen. En we zijn eruit! Het decadente leven heeft onze reislust weer doen terugkomen en inmiddels zitten we in Laos. Binnenkort reizen we door naar Vietnam en dat wordt zeer waarschijnlijk onze laatste stop voordat we weer terug naar Nederland komen. Cool he?

Tot eind september!

Veel liefs,
Vincent en Marij

Van bruiloft op Sumatra tot surfen op Bali

Lieve allemaal,

We moesten het comfortabele Maleisie weer even ontwennen zodra we in de boot naar Sumatra stapten. Een paar schietentietenhelikopterfilms moesten ons (en de aanwezige kleine kindjes) afleiden van zeeziekte en als dat niet werkte, konden we altijd nog meezingen met de karaoke-videoclips. Dachten we de hectiek ontsnapt te zijn bij aankomst in Dumai, werden we bij een willekeurige leraar Engels afgezet die onze tandeloze chauffeur (van brommer met zijspan) blijkbaar had geinstrueerd om alle toeristen naar hem toe te brengen zodat wij zijn leerlingen konden vermaken. Na ons hier onderuit te hebben gepraat, stapten we in de bus naar Bukit Tingi. Vervolgens zaten we 16 uur lang op superkrappe stoeltjes, tussen de rokende mensen (iedereen rookt in Indonesie), blerende videoclips (deze keer Indonesische nostalgie) en onder een scooter die op de bus was gehesen. Het fijne ‘nu zijn we echt weer lekker on the road'-gevoel was na het eerste uur wel voorbij. Daar konden nog geen tien meditatiecursussen tegenop.

We waren op Sumatra om Martijn en Mariken te ontmoeten die op hun beurt weer op het eiland waren om Frans en Jojor te zien trouwen bij Lake Toba (groot vulkanisch meer met eiland erin). Een paar telefoontjes en e-mailtjes later waren wij ook welkom. We voelden ons wel een beetje de partycrashers van het gezelschap, maar we zijn heel dankbaar dat we erbij mochten zijn want het was een fantastische belevenis met allemaal leuke mensen. Jojor, de bruid, is een protestantse Batak, een bepaalde etnische groep die vooral voorkomt op Sumatra. We hebben waarschijnlijk niet eens de helft begrepen van wat er allemaal aan de gang was, maar hier zoals gewoonlijk weer een aantal indrukken:

  • Frans was dagenlang voor de bruiloft al betrokken geweest bij allerlei voorbereidende ceremonies. Als katholieke Zeeuw moest eerst hij nog een plaatsje veroveren in de Batakgemeenschap en daarom moest hij geadopteerd worden door de Tamba-familie. Want alleen als Frans Tamba was hij in de positie om Jojor te kopen van haar eigen familie, iets wat vooraf werd gegaan door uitgebreide onderhandelingen tussen beide families. We kregen wel de indruk dat de tradities en rituelen belangrijker waren dan de daadwerkelijke transacties zelf.
  • De dag zelf begon met een ontbijt van rijst met varkensvlees en -vet. De kop en ingewanden van het varken stonden midden op tafel en werden later ook in stukken gehakt en verdeeld. De Nederlandse delegatie keek vol afgrijzen toe terwijl de Batak-zijde was verwikkeld in allerlei zegeningen en ceremonies. ‘s Middags werd de waterbuffel die de vorige dag geslacht was (in bijzijn van geshockeerder Nederlanders) op dezelfde manier geserveerd. Deze keer kregen de Nederlanders een aparte lunchbox.
  • In de kerk moest Jojor eerst nog katholiek worden voordat ze elkaar eindelijk het ja-woord konden geven. De meeste mensen waren waarschijnlijk al eerder bij een bruiloft geweest, want er werd druk gesms't en gedommeld en ondertussen deed het koor hard haar best om de kwetterende vogeltjes en boerende mensen te overstemmen.
  • Leuk onderdeel van de dag was het felicitatiemoment met dekentjes. Alle gasten kwamen al dansend een voor een een bepaald soort dekentje om het bruidspaar heen leggen. Het duurde niet lang voordat ze enorme zakken gevuld met dekentjes om zich heen hadden staan. Voor ons erg leuk om te zien, maar voor het bruidspaar moet het wel een lange zit geweest zijn. Tot onze verbazing kregen we daarna een envelop met (een beetje) geld in onze handen gedrukt en niet veel later stond iedereen met briefjes geld in z'n handen te dansen en te zwaaien. Hoe de geldstromen op zo'n bruiloft precies lopen, is ons volledig ontgaan, maar het was fascinerend om mee te maken.
  • De Nederlanders kregen zelf ook een dekentje om zich heen gedanst, tot grote hilariteit van de Indonesiers. Vooral het feit dat er ook ongetrouwde koppels en zelfs alleenstaande mensen aanwezig waren, zorgde voor opschudding.
  • Er waren ontzettend veel gasten en iedereen kon een beetje rondlopen, ceremonies bijwonen of eten. De nabije familie en vrienden zagen er prachtig uit, met mooie gewaden en suikerspin-kapsels en een onvermoeibare fluitspeler speelde alsof zijn fluit in brand stond. Al met al was het een erg vrolijke bende. De dag werd afgesloten met een hilarisch potje bingo, waarbij de bingo-man (met petje en double-breasted jasje) elk getrokken nummer in een liedje verwerkte.

Verder Sumatra (in het kort)

  • Supergezellig met Martijn en Mariken! Leuk om weer bij te kletsen, vulkanen te beklimmen, orang oetans te bekijken en vakantie te vieren met vrienden uit Nederland.
  • We waren een ware attractie voor de lokale bevolking en zijn regelmatig op de foto gezet. Soms voelden we ons net een stel loslopende witte apen. (Achja, wij doen hetzelfde bij hun.)
  • Onze chauffeur naar Lake Toba gooide al rijdend wat geld uit het raam naar de politie, om zijn boete af te kopen dat hij in de auto aan het roken was (?!)
  • Uren vertraging...

Verder Java

  • Wij dachten altijd dat alle Nederlanders in Frankrijk zaten in de zomer, maar niets is minder waar. Indonesie is stiekem toch nog een Nederlandse kolonie, want we hebben nog nooit zoveel gemiddelde Nederlandse gezinnen bij elkaar gezien als op Java. Nederlandse invloeden zijn ook duidelijk in de taal (doorsmeer, knalpot, kantor post, korupsi).
  • We onderschatten structureel hoe groot Indonesie wel niet is. We dachten steeds ‘dat doen we wel even', maar daardoor hebben we in verhouding veel te veel reisdagen gehad. En reisdagen op de Indonesische wegen zijn leuk voor een keertje, maar je hebt al snel een overdosis. Grappig is wel dat je steeds dezelfde mensen tegenkomt (alsof je iemand in Helsinki een paar dagen later in Rome weer ziet). Gelukkig waren de vulkanen en tempels die lange ritten helemaal waard. Zie foto's.

Verder Bali

  • Supergezellig met Marlon en Simone ultiem vakantie vieren! Bali heeft ontzettend veel te bieden qua rijstvelden, tempels en hindoeistische cultuur. Dat hebben we tenminste gehoord van andere mensen, want wij zijn Kuta amper uitgeweest. Kuta is een superfout toeristisch oord vol met Australiers die zich voor een weekendje klem komen zuipen en in het begin vroegen we ons of waar we nou weer terecht waren gekomen. Er was echter een heerlijk strand en topgezelschap en na al het reizen op Sumatra en Java, vonden we het heerlijk om iets langer op een plek te zitten. We hebben het zelfopgelegde ‘we zouden alles moeten bekijken'-gevoel van ons afgezet en hebben ons vol overgave op het surfen gestort.

Dat was het wel weer, de foto's vertellen de rest (zie de drie fotoseries). We zitten nu in Singapore, in een ontzettend luxe appartement van een oud-collega van Vincent. Hij en zijn gezin hebben ons ontzettend hartelijk verwelkomd en zijn vervolgens op vakantie gegaan. Wij mogen zo lang van de ‘condo' gebruik maken. Denken we eindelijk ons eigen eten te kunnen bereiden, staat de maid erop om het voor ons te doen... Dan maar naar het bijbehorende zwembad of naar de gym:)

Tot snel weer!
Liefs van Vincent en Marij

Het verhaal van Vincent en Marij die toch gingen mediteren en meer

Wat in Nepal niet gelukt was, hebben we alsnog in Maleisie gedaan. We hebben ons 10 dagen afgesloten van elkaar en de buitenwereld in een Vipassanacentrum om een bepaalde meditatietechniek te leren. Het was misschien wel de bijzonderste ervaring van de hele reis en we zijn erg blij dat we het gedaan en volgehouden hebben.

Tien dagen lang moesten we om 4 uur opstaan en per dag zo'n 12 uur mediteren. Gedurende deze dagen waren mannen en vrouwen gescheiden en mocht je met niemand contact hebben of praten.Daarnaast mocht je niet doden,stelen, liegen, drugs of alcohol gebruiken en seksuele handelingen verrichten. Ook lezen en schrijven (of andere dingen die je af konden leiden van het feit dat je met jezelf opgescheept zat) waren verboden. Eten mocht alleen tijdens ontbijt en lunch; na 12 uur ‘s middags mochten we alleen om 17.00u nog wat fruit eten. De Thaise kilo's zijn er dus weer af.

We mediteerden met zo'n 100 man in een grote centrale hal met de mannen links en vrouwen rechts. Wij tweeen zaten dus ongeveer 12 uur per dag zo'n 8 meter van elkaar vandaan, maar mochten niet naar elkaar kijken (op dag 3, 6 en 7 hadden we toch stiekem oogcontact:)). De omstandigheden van dit strenge regime waren gelukkig erg goed. Het Vipassanacentrum lag midden tussen de palmbomen drie uur ten oosten van Kuala Lumpur. Iedereen had een schoon eigen kamertje met badkamer en het veganistische eten was werkelijk fantastisch. Dat mocht ook wel, want verder was het harder werken dan je zou verwachten van de hele dag op je reet zitten.

De uitdaging is om je niet te laten leiden door je emoties en gedachten en zo je lijden te verminderen (wij vinden zelf ‘lijden' nogal een heftig woord want zoveel hebben we ook weer niet te lijden, maar het gaat om het idee). Dit doe je door je bewust te worden van alle sensaties in je lichaam en die te observeren en te accepteren zoals ze zijn. Of het nou een fris windje of een flinke kramp is, het zou je allemaal om het even moeten zijn. Een hulpmiddel daarbij is het idee van vergankelijkheid (impermanence) of de wetenschap dat het allemaal maar tijdelijk is. Precieze uitleg over het doel en de achtergrond van Vipassana vind je op www.dhamma.org .

Er is zoveel over te vertellen en het was bovendien voor ons allebei zo'n andere en persoonlijke ervaring dat het helaas onmogelijk is om hier een samenvatting te geven van alle inzichten. Daarom hieronder maar wat losse (luchtige:)) observaties die uiteraard geen recht doen aan de diepgang van de ervaring. Op dag 10 mochten we ineens weer praten en toen kwamen de verhalen los:). Hier een aantal opmerkelijke ervaringen van verschillende mensen:

  • Je realiseren wat impermanence inhoudt: 'Oh no! We're all gonna die!!!'
  • Elke keer als je je probeert te concentreren ineens keihard het refrein van Bad Romance van Lady Gaga in je hoofd horen.
  • De eerste drie dagen alleen maar boos zijn omdat je er vrijwillig zit.
  • Vriendschap sluiten met de spin in je badkamer.
  • Wanhopig in je tas graven naar iets eetbaars en dolgelukkig zijn met een vergeten pakje melk.
  • Uit pure frustratie stiekem gaan zitten breien en alle labeltjes uit je kleren halen.
  • Je groen en geel ergeren aan een jongen die tijdens elke meditatie uitgebreid al zijn vingerkootjes ging zitten knakken.
  • Iemand die keihard en onregelmatig zit te snurken en de hele meditatiehal uitdaagt het te accepteren.
  • Bezeten zijn door luisachtige beestjes op je kamer die je over je hele lijf voelt kruipen bij het mediteren. Accepteren doen we maar een andere keer.
  • Een mug niet mogen doden en hem tevergeefs weg proberen te drijven met een handdoek om hem uiteindelijk alsnog vol voldoening dood te slaan.
  • Je rotschrikken van een gekko die op je borst valt tijdens het mediteren.
  • Denken dat je in een gesticht bent beland als je iemand een bloem ziet aaien.
  • Dagenlang overtuigd en gefrustreerd zijn dat anderen de regels breken omdat er structureel twee paar slippers voor iemands deur staan tijdens de pauzes. En je daarna schuldig voelen omdat diegene gewoon twee paar slippers blijkt te hebben.
  • Geen enkele behoefte meer hebben aan nagels bijten en roken.
  • In de slappe lach schieten van het valse meditatiegezang en gedwongen zijn de zaal uit te vluchten.
  • Stiekem overlopen naar de meisjes, want alleen wakker worden op je verjaardag is zelfs na 10 dagen mediteren onacceptabel.

De eerste paar dagen na Vipassana waren best heftig. Alsof er geen enkele filter meer bestond tussen ons gevoel en alle prikkels van buiten. Gelukkig zit er inmiddels weer wat eelt op onze gevoelige zieltjes en kunnen we de wereld weer aan.

Verder in Maleisie

Eigenlijk hadden we helemaal geen hoge verwachtingen van Maleisie (hoogstens van de prijzen), misschien dat het daarom zo'n positieve verrassing was. We begonnen in Kota Bahru, een stad aan de oostkust met helemaal niets bijzonders op een goede manier. Lekker rondkijken en eten uitproberen op de markt, (dure) biertjes drinken in Chinatown en gezellig kletsen met de hartelijke locals. We hebben ons tweejarig samenzijn gevierd op een ‘food court' (pleintje met heel veel plastic tafeltjes en stoeltjes met er omheen stalletjes waar je je eten kunt halen, zie foto), met een heerlijk maaltje zonder bestek. Na de Vipassana zijn we doorgereisd naar het moderne Kuala Lumpur, waar we in een achteraf wijkje bij een extravagant homo-stel hebben gebivakkeerd die ons met verve de stad hebben laten zien en vanalles over Maleisie (en Anneke Grohnlo) wisten te vertellen. We hebben ons verblijf in Maleisie afgesloten in Melaka aan de westkust, waar de Portugese en Nederlandse koloniale invloeden een (nogal kitscherige) bron van inkomsten vormen. Omdat het anders (weer) een veel te lang verhaal wordt, laten we de foto's het werk verder maar doen.

Verder over Maleisie:

  • In Maleisie is alles goed geregeld. De bussen rijden op tijd en zijn comfortabel, afdingen is niet echt aan de orde, het eten is er heerlijk (keuken met invloeden uit India, China en Indonesie) en, heel belangrijk, je wordt er met rust gelaten (mensen zijn er duidelijk niet afhankelijk van toerisme). Het is er niet zo avontuurlijk als in andere landen (op de plekken waar wij waren tenminste), maar we dat vonden we eigenlijk wel prima.
  • Maleisie is een overwegend islamitisch land, vrijwel alle vrouwen dragen er hoofddoekjes (behalve in het moderne Kuala Lumpur). Van een dronken ex-katholieke Portugees die zich naar de islam had moeten bekeren om met zijn vrouw te trouwen, begrepen we dat de sharia-handhavers zich alleen met moslims bemoeien. Als christen hoefde hij geen bekeuringen te betalen voor zijn drankgebruik en nu wel.
  • Ook hier is het koningshuis een flinke kostenpost (vooral gefinancierd door oliemaatschappij Petronas). Er zijn negen sultans van verschillende regio's die omdebeurt koning zijn. Er zijn dus 9 koninklijke families en Maleisie heeft elke vijf jaar een nieuwe koning. Op school, op straat en op tv worden de Maleisiers voortdurend op de hoogte gehouden van alle koninklijke evenementen, kosten, kleding en roddels.
  • We vielen elke keer van onze stoel van verbazing hoe ontzettend vriendelijk de mensen zijn (zeker als we ons beperkte Maleisisch/Indonesisch gebruikten). Het geheel was zelfs zo'n prettige ervaring dat we zeer waarschijnlijk in augustus weer in Kuala Lumpur gaan vertoeven (als het lukt om een betaalbaar appartement te vinden).

Zijn we er al klaar mee?
We zijn nu een half jaar onderweg, hebben we er al genoeg van? Soms wel, soms niet. Het toeristje spelen (of gespeeld worden) hebben we wel gezien. We hoeven niet meer per se alles te zien als we ergens aankomen en ook is het snel wisselen van plek best vermoeiend. Ook zouden we graag weer wat gaan doen, iets aanpakken in plaats van alleen maar te consumeren en we missen soms het idee van een thuis hebben (zelf koken bijvoorbeeld). Wel vinden we het warme klimaat, het bijbehorende buitenleven, het ontmoeten van bijzondere mensen en het stressloze bestaan hier echt heel erg fijn, maar het is alleen erg jammer dat al onze vrienden en familie niet hier willen komen wonen (jullie dus!). In augustus gaan we proberen om wat langer op een plek te blijven en ons te beraden op de rest van onze (reis)plannen. We zijn zelf ook heel benieuwd!


Hoe is het met jullie?

Heel veel liefs,

Vincent en Marij

Thailand: go with the flow

Aangekomen in Bangkok belden we vanuit de taxi een oud-klasgenootje van Marij om een keertje af te spreken. Ze zei: ‘Pass me to the driver' en dirigeerde ons naar haar huis waar we een weeklang hebben genoten van een overweldigende en doortastende gastvrijheid. Was erg leuk om even deel uit te maken van een modern jong Thais gezin (inclusief nanny en maid) en heerlijk verwend te worden.

Bangkok is zo ontzettend groot en modern, dat het ten koste gaat van een mogelijk (eenduidig) karakter. Toch zijn er zoveel verschillende gezichten dat de stad geen moment verveelt. Het eerste wat opviel was modern Bangkok, met schone wegen, mooie blinkende auto's en enorme wolkenkrabbers en shopping malls (waar ontzettend petite Thaise meisjes er smetteloos verzorgd bij lopen en een nieuwe betekenis geven aan beschaving; onze slippers konden eigenlijk echt niet). Nogal een verschil met het toeristische Kao San Road, waar die stinkende ‘farangs' (westerse buitenlanders) zich laten masseren, torens bier bestellen, gefrituurde kakkerlakken eten en visjes dode huid van de voeten laten eten. Weer anders is het hectische Chinatown met enorm veel neonlichten, eetstalletjes (helaas voor Vincent vooral met seafood) en kleine straatjes vol met auto-onderdelen en vage Chinese winkeltjes. En dan hebben we het nog niet gehad over alle ‘wats' (tempels) en paleizen, waar de Boedddha in allerlei maten, houdingen en kleuren te bewonderen is.

Behalve de Boeddha, zijn ook veel Thaise dames (al weet je het nooit zeker, een verdacht zware stem verbaast ons allang niet meer) in allerlei maten en houdingen te zien. We gingen kijken bij een zogenaamde pingpongshow, waar we pingpongballen en bananen(!) naar ons hoofd gelanceerd kregen vanuit Thaise vagina's. Heel inspirerend, maar we waren de dames die om (absurd dure) biertjes en geld zaten te zeuren al snel beu.

Koh Tao (klein eiland in het oosten)
Witte stranden, bungalow, stralende zon, strakblauwe zee, heerlijk eten, snorkelen, dagje duiken, boekje lezen, zonnen, scootertje rijden, het beeld is duidelijk. Koh Tao was een paradijsje. Even op vakantie na al dat gereis?

Koh Phagnan (iets groter eiland)
Vuile stranden (letterlijk laagseizoen), enorm veel regen, maar wel een gezellige bungalow met veel andere Nederlanders en... de full moon party! Een fenomeen wat we niet mochten missen en waar we ons met veel plezier in hebben gestort. Overal waar we keken zagen we duizenden geverfde lijven feestend in blacklight op het strand in een waanzinnige stortregen. De standaard unit om uit te drinken was een ‘bucket' (strandemmertje), die gretig aftrek vond. De hormonen vlogen door de lucht en we voelden ons wel een beetje de ouwe lullen van het eiland. Als je genoeg moed had ingedronken kon je die gaan beproeven op een supersteile glijbaan of met een brandend springtouw. En ineens was het weer licht en zagen we een slagveld aan lichamen verspreid over het strand liggen. De zee was een groot urinior. Geen enkele ruzie of woordenwisseling gezien, iedereen was daar voor een gezellig feestje en de sfeer was top.

Had Yai en Songhkla
Had Yai is een grote stad in Zuid-Thailand waar we alleen langskwamen om door te reizen naar Maleisie, maar waar we wat langer zijn blijven plakken vanwege de bijzondere mensen die we er ontmoetten. Bijzonderste was wel de ontmoeting met P&H (een Canadees met een Thaise vriendin) die ons bij het strand van Songhkla uitnodigden voor een drankje. Een ritje achterop de scooter later, stonden we in hun bar, waar de Canadees een pooier bleek te zijn die de familie en dochter van zijn vriendin uitbaatte (hij had haar 8 maanden eerder als klant ontmoet en heeft haar een alternatief geboden). We hebben uren staan dansen en kletsen met de dames, zijn nog met het stel wezen eten en aan allerlei vrienden en bareigenaren voorgesteld totdat we eindelijk de taxi naar huis pakten. Hij heeft ons niet kunnen overhalen om bij ze te blijven slapen, want we moesten Nederland nog zien verliezen van Denemarken later op de avond (5 uur tijdverschil). De meisjes hebben Vincent met geen vinger aangeraakt (beweert hijzelf, maar de foto laat iets anders zien) en de sfeer was heel gezellig (het kwam in ieder geval erg vrijwillig over). De indruk die wij van ze kregen was 'ja, we doen aan seks tegen betaling, maar het verdient stukken beter dan een andere baan en we houden het vooral gezellig.' Kortom, bijzondere ontmoeting.

Verder:
- Het eten in Thailand is verrukkelijk. De meeste kilo's die we kwijt waren geraakt in Nepal hebben we weer teruggevonden in Thailand, maar het is het allemaal waard.
- Airconditioning die te koud staat is Marijs grootste frustratie (waren we eindelijk in een land waar mensen niet meer rochelen, lopen we zelf te rochelen van de verkoudheid).
- De Thai zijn ontzettend vriendelijk en behulpzaam, al is communiceren een uitdaging (ons Thais is niet zo goed). Achter de stralende glimlach kan er zoals gewoonlijk wel weer een blank face tevoorschijn komen, bijvoorbeeld als je verkopers confronteert met hun enorme prijsverschillen voor farangs en locals.
- De Thai zijn idolaat van hun koning, Bhumibol of Rama IX, zijn foto hangt werkelijk overal en kritiek op het koningshuis wordt niet getolereerd. Elke dag om 8.00u en 18.00u wordt het volkslied gespeeld op de radio en openbare plekken en moet iedereen opstaan en stilstaan. Toen we het eerst zagen op een treinstation, dachten we dat er een grote flashmob aan de gang was. Het wordt misschien nog een probleem dat hij nu ziek is (hij is 84 en zit al 67 jaar op de troon) en zijn zoon opvolger helemaal niet populair is (met kinderen bij drie vrouwen en een ex-vrouw kon zich niet verdedigen in de rechtbank omdat ze anders het koningshuis zou beledigen).
- Muggen zijn echt strontirritant.
- We gaan van 13 tot 24 juni (er is er dan een jarig, hoera, hoera) alsnog 10 dagen mediteren. We zijn dan niet bereikbaar.
- We dachten een paar dagen geleden nog dat we naar Myanmar zouden gaan, maar nu zitten we ineens in Maleisie. Eerste indrukken zijn erg goed, maar da's weer een volgend verhaal.

Hoe is het in Nederland? Is nationale rouw afgekondigd na het grote verlies tegen Denemarken? Hopelijk krijgen we goed nieuws te lezen als we klaar zijn met mediteren!:)

Heel veel liefs,

Vincent en Marij

Nepal: het verhaal van Vincent en Marij die gingen mediteren...

Kennen jullie het verhaal van Vincent en Marij die gingen mediteren?
Ze gingen niet... Het bleek niet door te gaan in verband met de stakingen waardoor heel Kathmandu momenteel platligt. De Nepalezen liggen met elkaar overhoop over de inhoud van de nieuwe grondwet, die al sinds 2008 (het einde van de monarchie) in de maak is en 27 mei in zou moeten gaan. De verschillende minderheden en etniciteiten zien nu hun kans schoon om hun stem te laten horen en staken er lustig op los. Op straat is er geen enkel gemotoriseerd vervoermiddel te bekennen en winkeliers hebben hun deuren stevig op slot. Wel veel mensen op straat en eindelijk geen last meer van het getoeter, maar echt gezellig is het niet (we hoorden van een taxi die beschadigd werd omdat de chauffeur het had gewaagd toch te werken). De Nepalese politiek is al jaren erg onstabiel, ook mede door de zogenaamde royal massacre van 2001, waarbij de kroonprins 9 leden van de koninklijke familie en zichzelf doodschoot. In de paar dagen dat hij in coma lag voordat hij overleed is hij zelfs nog gekroond ook. Er zijn trouwens weinig Nepalezen die het geloven en er gaan allerlei theorieën de ronde over wat er echt gebeurd kan zijn.

Maargoed, daar stonden we dus helemaal gepakt en gezakt. De verlichting zal dus nog even op zich moeten laten wachten. Teleurgesteld, maar ineens weer helemaal vrij om te gaan en staan waar we wilden, hadden we binnen no time onze ticket omgeboekt. Morgen dus al naar Bangkok! (Als we tenminste wegkomen, want de pinautomaten doen het niet.)

De trek naar Tamang, Langtang en Gosaikund in het noorden van Nepal was nog wel doorgegaan. De grootste hobbel om te nemen was misschien nog wel de hobbelige busreis heen naar Syabru Besi (117 km in 9 uur!!). Erop gebrand om zich aan te passen, kotste Vincent volgens lokaal gebruik netjes het raam uit. De bus schommelde alsof we in Villa Volta zaten (maar dan echt) en af en toe zagen we een neergestorte bus zo’n 10 meter onder ons in de afgrond liggen. Gelukkig konden we voorkomen om met die bus terug te rijden door via Gosaikund terug te trekken naar Kathmandu.

Het was weer een prachtige tocht, de foto’s spreken voor zich. Wat je niet kan zien is de enorme herrie die de prachtig blauwgroene rivier maakte, begeleid door een leger krekels (wederom working title). Het leek wel herfst en lente tegelijk doordat er overal knoppen uitkwamen, maar ook enorm veel gele blaadjes van de bomen vielen.

Verder:
Vincent die meehelpt kippen te vangen (tevergeefs, maar wel hilarisch), tientallen scholieren in blauw uniform die onderweg zijn naar school, de rekening die we zelf moeten uitrekenen omdat de meeste oudere vrouwen niet kunnen rekenen of schrijven, jongemannen met hippe kleren en mobiele telefoons die een groep ezels met de stok de berg op drijven, gewapende mannetjes met een enorme dolk (maar een ontwapende glimlach tussen de ontelbare rimpeltjes), mensen die je om medicijnen vragen voor hun kiespijn, gebroken sleutelbeen of kapotte vinger, de vrouwen die zo ontzettend knap multitasken door een guesthouse en hele familie te runnen, enz enz.

Aan het einde van de trek was het echter wel weer mooi geweest. Het klimmen werd steeds frusterender (“‘Gentle ascent’ me reet!” als de Lonely Planet (reisgids) weer eens te optimistisch was geweest over een steile klim) en we wilden er op een gegeven moment gewoon zijn. Het seizoen was ook zo goed als voorbij en er waren steeds minder trekkers, waardoor de dorpelingen steeds wanhopiger en hardnekkiger werden om ons binnen te halen. Allerlei trucs werden uit de kast gehaald, de origineelste was de vraag of we een tang wilden afgeven bij familie drie dorpen verderop.

Terug in Kathmandu hebben we Marijs verjaardag gevierd (bedankt voor alle lieve felicitaties!) door lekker lui aan het zwembad van een luxe hotel te liggen en 's avonds ons geluk te beproeven in het Royal Casino met een ander Nederlands stel. De ervaring was onvergetelijk geweest als er niet constant gratis drank was aangevoerd. Uiteindelijk zijn we met dikke winst en pret het casino uitgerold.

Eerder dan verwacht, maar toch helemaal klaar voor het volgende avontuur: tot in Thailand!
Groetjes,Vincent en Marij

Nepal: lopen, lopen en nog eens lopen

Hallo allemaal!

Nepal was een verademing na het hectische Delhi. De Nepalezen zijn ontzettend lieve mensen, met een prachtige glimlach en we hadden echt het gevoel dat we ons schild konden laten zakken. Op straat hoefden we niet meer met onze zonnebril (ook wel 'fuck off - shades') rond te lopen om verkopers en taxichauffeurs op afstand te houden (één keer nee zeggen voldoet) en niemand vond ons nog een bezienswaardigheid. Al op de eerste dag in Kathmandu kwamen we stomtoevallig een Pools oud-klasgenootje van Marij tegen met haar kersverse Nepalese man. Echt heel erg leuk om van hun een introductie van Nepal te krijgen en weer eens gezellig bij iemand thuis te komen.

Kathmandu is zelf niet zo ontzettend interessant, dus zijn we maar snel gaan doen waar we voor gekomen waren: trekking! We hebben eerst een oefentrek gedaan van zes dagen ten noorden van Kathmandu (de Helambu-trek), en toen we de smaak te pakken hadden hebben we daarna vier weken rond de Annapurnabergen getrokken. En wat een prachtige belevenis was dat!

Trekking

Trekken betekent eigenlijk gewoon de hele dag lopen om aan het eind van de middag bij een lodge aan te kloppen om te overnachten. Het is vrij gebruikelijk om een gids of drager (porter) te huren, maar dat hebben we niet gedaan. We vonden het leuker om zelf onze weg te zoeken en we hadden zo weinig bagage dat we het makkelijk zelf konden dragen. Plus dat we ons bezwaard zouden voelen om anderen met onze spullen te laten sjouwen (ook al is het dan goed voor de economie). Echt ongelofelijk hoe die porters op slippers naar boven trippelen terwijl ze 40 kilo bagage met een band aan hun hoofd hebben hangen.

Het voordeel van zonder gids lopen, is dat je regelmatig verdwaalt (wij tenminste; anderen leken er toch minder vaak last van te hebben dat het pad ineens ophield) en dat leverde de leukste avonturen op. Door regen, hitte, hagel, sneeuw, mist en wind, over eindeloze heuvels (steeds denk je dat je er bent maar dan is er achter die heuvel gewoon weer een heuvel of erger, een steile klif), geen pad of mens te bekennen, met alleen een kaart en kompas, dat is pas bikkelen! En wat een voldoening geeft het dan om drie uur later weer de weg (of een herder, of een brug) te vinden en droog en warm een dal bhat (rijst met groenten en linzensoep) naar binnen te werken. Een keer werden we zelfs 'gered' door een hond die ons urenlang de juiste kant op jankte aan de andere kant van de rivier.

In het begin van de Annapurna circuit waren er zoveel andere trekkers dat het begin van de dag wel leek op de start van de Nijmeegse vierdaagse. Later, zeker als we vroeg opstonden, leek het soms alsof we de Himalaya voor onszelf hadden. Onderweg kom je ook steeds dezelfde trekkers tegen, waardoor je ze steeds een beetje beter leert kennen. Wat dan in het begin 'die vervelende andere toeristen' zijn, blijken dan later hele gezellige mensen te zijn. Hoe hoger je komt, hoe meer je samen naar boven gaat.

En het is een feest wat je onderweg allemaal wel niet ziet. Het landschap kon soms binnen een paar uur veranderen van sneeuwvlaktes naar regenwoud, rodondendronbossen en enorme pieken. Kloven waren soms duizelingwekkend in de ware betekenis en vlinders hadden kleuren waarvan we niet wisten dat ze bestonden. Stadskindjes als wij zijn, hadden we van alle flora en fauna geen flauw idee hoe ze heetten dus gebruikten we working titles (Edelweiss I, II en III, Edelgelb, kerstboom enz) totdat we de echte naam hadden opgezocht (wat er nooit van kwam). Vincent was op zoek naar de zogenaamde blue sheep, typisch voor de Himalaya. Toen we ze uiteindelijke vonden, bleken ze niet blauw en ook niet schaapachtig. Brown deer hadden we een betere benaming gevonden.

De machtige Himalaya

Trekking in de Himalaya is serieuze shit. Natuurlijk is het mooi, ontspannend en vooral gaaf, maar die bergen laten niet met zich sollen. Vooral de hoogte wordt onderschat.
De dag voordat we de Thorung La (de pas op 5416m hoogte) over zouden steken, zagen we een helikopter die het lichaam van een overleden Koreaan op kwam halen. Hij was zonder te acclimatiseren (te snel) naar boven gegaan en had de signalen van zijn lijf genegeerd. Toen hij naar beneden wilde gaan, was het al te laat.

De dag dat we de pas overstaken, zagen we ook van dichterbij hoe verraderlijk die hoogteziekte is. Een stel dat we al eerder hadden gesproken, was op weg naar boven. De (alweer een Koreaanse) vrouw was buiten adem, had hoofdpijn, reageerde amper, maar wilde per se naar boven. Ze waren pas halverwege, maar hadden ruim de tijd genomen om te acclimatiseren, dus dan zou het toch in orde moeten zijn. Met onze diamox (medicijn tegen hoogteziekte) zijn ze gelukkig toch maar weer naar beneden gegaan. Twee dagen later is het ze wel gelukt.

Je overlijdt niet aan hoogteziekte als je naar je lichaam luistert en op tijd naar beneden gaat. Als je dat niet doet, kun je binnen 24 uur het loodje leggen. Het stomme is dat op zo'n moment een krappe planning, peer pressure of je ego allemaal veel belangrijker lijken. Al die zieke toeristen vormen een flinke bron van inkomsten. Een meisje dat echt niet meer verder kon, betaalde 70 euro voor een ritje van 25 minuten achter op de motor. Een paar uur op een paard de pas over kost je 120 dollar. En ze beginnen niet eens aan een reddingsoperatie met de helikopter als je geen verzekeringspasje kan laten zien.

Boekje open over de Nepalezen

Ondanks de prettige omgang met de Nepalezen, is het Nepalese leven niet altijd zo vreedzaam als je zou verwachten. Tijdens onze eerste trek hadden we net lunch besteld in een bergdorpje toen we zagen hoe een vader al schreeuwend aan het inschoppen was op zijn dochters onder toeziend oog van moeder en een boze, spugende zus. Het ging zelfs zover dat hij zijn dolk trok om zijn dochter een toontje lager te laten zingen. Dat gebeurde op zo'n drie meter afstand van ons, alsof we er niet waren. Toen Vincent ingreep, werd hem verteld om zich er niet mee te bemoeien en we realiseerden ons dat we inderdaad weinig konden doen. Het was in ieder geval geen optie om daar te gaan zitten lunchen alsof er niks aan de hand was (de lodge heette ironisch genoeg ‘Tourist Paradise'). De gemoederen leken al iets bedaard toen we (met een akelig machteloos gevoel) wegliepen, maar we vragen ons nog steeds af wat er in hemelsnaam aan de hand geweest kan zijn. Navraag leerde ons dat huiselijk geweld in de bergen geen uitzondering is.

Dierenleed is een onbekend concept in Nepal. Vooral kinderen hebben er een handje van om de yaks en de honden nodeloos op te jagen of te slaan. Aan het eind van een lange dag lopen, zagen we hoe een groepje kinderen al joelend een beestje (working title: wezel/fret) aan een touwtje meesleepte. Toen Vincent het touwtje lossneed, stond heel het dorp, inclusief de volwassenen, hem met een blank face aan te staren. Zij zien het beestje als een bedreiging voor hun kippen; dat het beest gevangen was én de kinderen vermaakte, betekende waarschijnlijk twee vliegen in een klap. Voor ons was het niet om aan te zien.

(Ook) in Nepal zijn de ambtenaren lui:) De vrouw die de TIMS-cards (soort vergunning om te trekken) afgeeft, was voor ons de verpersoonlijking van elk mogelijk stereotype. De eerste keer dat we er kwamen, was het loket al dicht, terwijl het een kwartier voor sluitingstijd was. De volgende dag zat ze er nog wel (een uur voor sluitingstijd), maar wilde ze onze aanvraag niet meer in behandeling nemen omdat ze anders niet op tijd naar huis kon. De derde keer lukte het wel! Het blijft de toeristen verder bespaard, maar blijkbaar is de bureaucratie en corruptie in Nepal een groot probleem.

Tot slot weer een opsomming van losse indrukken:

Overal Tibetan prayer flags (van die wit, rood, groen, blauw en gele vlaggetjes), prachtige boeddhistische ‘mani walls' met prayer wheels, de onontbeerlijke Snickers onderweg, als eerste gasten een lodge inwijden, frustrerend veel klimmen en dalen, blaren voorkomen en veroorzaken met ducttape op de hielen, om 20u naar bed, yathzeemarathons, balen van de brede wegen die worden aangelegd (maar toch ook wel begrip hebben voor de dorpelingen die daarmee toegang tot zorg krijgen), de schattigste (en schooiendste) kindjes van de hele wereld, eindeloos veel (melkpoeder)thee drinken, mijmeren over het leven, een bijzondere ontmoeting met een heel leuk stel (ook alweer een bekende, deze keer uit Maastricht), een uitdagende driedaagse detour met twee Argentijnen naar het hoogste meer van de wereld (Tilicho lake), een stervende koe, een enorme spin in onze kamer, niet kunnen slapen van de hoogte en de kou, de lokale bergjeugd die op zaterdagavond twee uur moet lopen naar het primitieve ‘pool house' om te poolen met Justin Bieber op de achtergrond, en de heerlijke massage en de goddelijke warme douche bij terugkomst in de ‘ beschaving' (zelfs de taxichauffeur zei dat we stonken).

Morgen vertrekken we naar het Langtanggebergte voor onze laatste trek. Daarna gaan we ons voor tien dagen terugtrekken om te mediteren om vervolgens begin juni helemaal verlicht naar Bangkok te vliegen voor een volgend avontuur.

Heel veel liefs!
Vincent en Marij

Laatste weken India (inclusief slotbeslommeringen)

Lieve allemaal,

Daar zijn we weer, uw verslaggevers zijn ter plaatse in Kathmandu. Deze blog gaat echter over de laatste weken in Incredible India. Vanaf nu gaan we ons niet meer verontschuldigen voor de lengte van onze verhalen. Er gebeurt gewoon te veel in te korte tijd en het is niet alsof we niets te doen hebben:) We zullen alleen onze ouders overhoren als we terugkomen.

Pune (vlakbij Mumbai, waar we begonnen) had eigenlijk maar een korte stop moeten zijn, maar liep uit tot een vertraging van twee dagen door treinkaartwachtlijsten en Delhi Belly, the sequel. Buiten de ashram van Osho (waar ze om onduidelijke redenen een HIV test bij aankomst verplichten) was er niet zoveel te beleven, maar dat maakte niet uit want wij hebben vooral genoten van het feit dat er Hollywood (met H ipv B) films op tv waren om de aandacht van de buik af te leiden. Pune deed ons denken aan Rotterdam; groot, niet zo mooi, rauw (aangereden honden op straat, ene manke mannetje slaat andere oude mannetje met een stok keihard op z'n kale kop) maar verder met vriendelijke mensen en bijzondere plekjes. (Verschil was alleen dat we in Pune de enige buitenlanders waren, òòòòh:))

Eenmaal hersteld gingen we naar Aurangabad, waar we vooral waren voor de tempelgrotten van Ellora, uitgehakt door boeddhistische, hindoeistische en jainistische monniken tussen 600 en 1000 AD. Die waren erg indrukwekkend, met name de grootste van de 34 stuks was prachtig (zie foto), en al helemaal als je bedenkt dat deze uit één stuk uitgehakt is! Ze hebben er dan ook zo'n 150 jaar over gedaan.

1000 km zwartrijden verder (ondanks meerdere pogingen om te betalen, echt!) kwamen we aan in Orchha, een heerlijk rustig klein paradijsje waar we lekker zijn blijven hangen en leuke mensen hebben ontmoet. Er staan prachtige paleizen en tempels van de Mughals, islamitische heersers aan het einde van de Middeleeuwen, en de eerste nacht hebben we onszelf getrakteerd op een overnachting in een echt paleis. De dagen daarna hebben Vincent en andere waaghalzen hun leven gewaagd in de rivier, terwijl Marij en een stel andere meiden lekker vanaf het droge toekeken met een boekje bij de hand en mentaal uitgekleed werden door een paar Indiase mannetjes. Op een zaterdagavond toen we terugliepen naar ons guesthouse werden we letterlijk een bruiloft ingesleurd, dat was echt superleuk. Heel veel herrie (muziek?), dansende mensen, veel eten (we moesten en zouden eten, ookal kwamen we net van een restaurant) en een sfeer alsof zo'n feest normaalste zaak van de wereld is. Wij waren zelf de sideshow van het hele gebeuren. Het was duidelijk geen love marriage. Het stel heeft elkaar niet een keer aangekeken en de bruid keek diep ongelukkig, wat niet zo goed paste bij haar feestelijke gewaad. Zie Facebook voor de enige foto.

Na een heerlijke nacht in de slaaptrein (met kaartje dit keer) kwamen we aan in Varanasi, een zeer heilige stad voor de hindoes. Echt een magische plek om je ogen uit te kijken. Aan de Ganges worden vlak naast elkaar lakens gewassen, yogacursussen gegeven, cricket gespeeld, baden genomen en mensen gecremeerd. Vooral dat laatste was erg indrukwekkend om te zien. Dood lijkt hier veel meer onderdeel te zijn van het dagelijks leven, een geaccepteerd gegeven. Misschien begrijpelijk, want als je aan de Ganges gecremeerd wordt, hoef je niet meer verder te reïncarneren. Verder bestaat de oude stad uit een wirwar van hele smalle straatjes waar je alleen maar streetfood kunt eten en verdwalen. Gelukkig kom je toch altijd wel weer op de Ganges uit. We hebben in Varanasi ook de fietsriksja ontdekt. Het voelt dan net alsof je je opa zich voor je uit de naad laat werken, maar het is wel erg leuke manier om de omgeving te zien.

In plaats van een crematie aan de Ganges, kun je ook kiezen voor een mausoleum in Agra. Mumtaz Mahal moet wel bijzonder geweest zijn om zo'n pracht van een bouwwerk te verdienen. De Taj Mahal overtrof onze verwachtingen, in het echt is het nog mooier dan op alle welbekende plaatjes. Later in andere plaatsen in India hebben we nog veel meer gebouwen gezien van de Mughals, zoals forten, paleizen en nog meer mausolea. Wel gaaf om steeds meer te zien en te weten van de verschillende generaties Mughals en hun machtsstrijden, de Taj Mahal blijkt dan niet op zichzelf te staan, maar in de context van die tijd.
Agra heeft niet alleen de Taj, maar ook een enorm fort (leve de audio tours!) en een paar enorm drukke bazaars met continu verkeersopstoppingen, vooral veroorzaakt door grote groepen koeien.

Jaipur (the pink city, die volgens ons meer oranje is) is onderdeel van de Golden Triangle (Delhi en Agra zijn de andere hoeken), de standaard route voor mensen die niet veel tijd hebben, maar wij hebben er helaas niet zo van genoten als we hadden gehoopt. We waren er speciaal naartoe gegaan om Holi te vieren, vooraf gegaan door een olifantenfestival. Holi is een belangrijk feest in India om het begin van de lente te vieren. Iedereen besmeurt elkaar met gekleurd poeder, kinderen gooien met waterballonnen en het is een grote, vrolijk gekleurde bende. Helaas lag Vincent voor pampus en hebben we het niet hard mee kunnen vieren. De ene keer dat Marij naar buiten ging om eten te halen, werd ze vooral belaagd door mannen die Holi als een excuus zagen om onwetende vrouwen te knuffelen. Vooral het paars was er lastig af te wassen. Grappig om weken later af en toe nog een roze oor of paarse voet van een Holi-vierder te spotten. Het olifantenfestival was een schattige kruising tussen een carnavalsoptocht en een kneuterig buurtfeest, inclusief touwtrekken (de Indiërs wonnen van de toeristen) en ontzettend uitgedoste olifanten (van de olifanten zelf was niks meer te zien).

Jaisalmer was vervolgens weer een hoogtepuntje, pal in de woestijn, niet zo ver van Pakistan. De stad zelf was al een genot, alles van mooi goudgeel zandsteen en een enorme citadel met daarbinnen allemaal kleine straatjes met prachtig afgewerkte gevels. Vanuit jaisalmer hebben we een tweedaagse kamelensafari gedaan (volgens ons waren het dromedarissen). De zandduinen op de foto's zijn trouwens niet representatief, het grootste gedeelte van de dag sjokten we door gebieden met droge bosjes en heel veel windmolens. De groep en de camel man (Mr. Khan) waren ontzettend leuk en de maaltijden, het duinrollen en het overnachten onder die enorme sterrenhemel waren echt een feest. Lekker twee dagen ultiem relaxed en niks aan ons hoofd (voor zover er iets aan ons hoofd valt te hebben:)), behalve zand. Twee dagen op zo'n beest zitten doet alleen echt ontzettend zeer, zeker als ze gaan rennen. Vincent had de mazzel dat zijn Papaya niet vooruit te branden was (Vincent: 'Go! Go!' Mr. Khan: 'Hit him, hit harder!'), hilarisch om hem 50 meter terug als een lonesome cowboy door de woestijn te zien sjokken. Grootste verrassing was echter het terugkomen uit de woestijn en tot de ontdekking komen dat Marijs (stief)neefje Sebastiaan al geboren was!

Laatste stop in India was Delhi (18 uur treinen later). Drie dagen voor uit getrokken, en terecht. Echt leuk hoe elke Indiase stad weer anders is, we hebben niet een keer het idee gehad van 'been there, done that'. We zullen je de details besparen, maar het betrof weer veel mooie gebouwen van die verrekte Mughals en heerlijke kebab. En we zijn naar de kapper geweest! De metro was de schoonste die we ooit gezien hebben (met aparte vrouwencoupe's en agenten om te voorkomen dat mensen eerst instappen voordat mensen hebben kunnen uitstappen, wat altijd het geval is bij de treinen), er was zelfs geen spoortje uitgespuugde paan op de muren te zien. Metro en stations worden enorm streng beveiligd, inclusief fouilleren en het scannen van bagage. Niet echt handig als je haast hebt. Maar haast hebben is sowieso iets waar je niet aan moet beginnen in India, gewoon niet doen. 'Eventjes' iets gaan doen, wordt meestal een dagactiviteit.

Tot slot nog wat willekeurige India-beslommeringen:

De toeristenwereld is hier klein, het is ons meerdere keren overkomen dat we iemand ergens leerde kennen en vervolgens weer in een totaal andere stad op straat of in een random steegje tegenkwamen.

Alles in India is een avontuur. Je kijkt constant je ogen uit en werkelijk niets is vanzelfsprekend. Apen beroven je van je bananen, hotelkamers hebben geen bedlamp of prullenbak, een passerende man met een emmer verse vette melk helpt je om de baas van je guesthouse wakker te schreeuwen omdat die achterlijk vroeg dicht ging, de bedwantsen ontdekken die zich hebben volgezogen met ons bloed (zij doen trouwens aan traumatische inseminatie, zoek maar op), de vieste chocoshake van de hele wereld bestellen, of überhaupt je bestelling door zien te krijgen, uitzoeken of je mee mag met de trein, mensen die voor je gaan staan alleen maar om naar je te kijken, geen wisselgeld terug hebben van 100 rupee (=1,50€), ongevraagde armbandjes om je armen en stippen op je kop, straat in straat uit op zoek naar een internetcafé, stroom die uitvalt, hotelmanagers die op de gang op de vloer slapen, een nieuwe snack testen op het station en hopen dat je trein niet wegrijdt, de McMaharadja proberen (niet doen), het geweer mogen vasthouden van een van de securitymannen in de trein, Indiërs die zo'n vieze hand geven met zo'n vinger tegen je handpalm (ieuw), vrouwen die met hun kindjes het spoor oversteken, poepende mensen op straat, en zo kunnen we nog wel even doorgaan ... dus dat doen we nog heel even:)

We hebben twee maanden rondgereisd, maar echt helemaal hebben we India niet kunnen doorgronden. Hoe goed kun je een land leren kennen als je er geen familie of baan hebt, de taal niet spreekt, er geen huis huurt, niet lang op een plek blijft, niet bij iemand thuis komt, de religie niet helemaal snapt of geen onderdeel uitmaakt van de kastes. Desondanks zijn we ons toch op ons gemak gaan voelen. Ergens tussen al het geruis door, heeft India ons hart weten te stelen. Het was echter geen liefde op het eerste gezicht. We hadden vooral moeite met de meedogenloze kant van India. De smerigheid was wel te doen (al was die soms ook wel het charmante voorbij), maar de onbeschofte, 'survival of the fittest'-mentaliteit waar je soms mee te maken krijgt in de rij of met de autorickshawchauffeurs haalde ons regelmatig het bloed onder de nagels vandaan. Onze tere zieltjes, afkomstig uit een warm nest in een fijne verzorgingsstaat, moesten dus eerst nog wat eelt kweken. Bedelaars waren ook best lastig. Aan de ene kant zagen we hoe slecht ze eraan toe waren, gunde we ze een beter leven en realiseerden we ons hoe verrekte goed wij het eigenlijk wel niet hebben. Aan de andere kant zijn ze vaak ronduit irritant, agressief, ondankbaar (regelmatig vragen ze om meer als je ze wat geeft) en bovendien krijg je een schuldgevoel omdat je blank en (relatief) rijk bent. Om vervolgens weer een schuldgevoel te krijgen dat je het eigenlijk helemaal niet zo met ze te doen hebt.

Kortom, het maakt heel wat los. De kunst was vooral om het allemaal niet persoonlijk op te vatten, immuniteit voor staren op te doen en op je strepen te staan waar nodig en de rest te accepteren. Humor deed het ook vaak erg goed. Dat lukte goed als we lekker uitgeslapen waren en goed gegeten hadden. In Delhi realiseerden we ons dat we het echt jammer vonden dat onze visum snel zou verlopen, dat hadden we een maand eerder niet verwacht.

Hopelijk hebben we jullie een idee kunnen geven van onze ervaringen in India. Het gaat erg goed met ons en we zitten lekker in de flow van het reizen. Volgende keer vertellen we over Nepal, als jullie dit verhaal dan al uit hebben tenminste:) Morgen trekken we erop uit, heel veel zin in!

Hoe is het met jullie? In ieder geval van harte gefeliciteerd met de lente!
Veel liefs, Vincent en Marij